vrijdag 5 februari 2016

detect.email - privacy onder vuur - gegronde twijfel - en hopen mening

Het zij wat het zij, maar dankzij salesflare en detect.email hebben we een fijne discussie in onze contreien over boeiende zaken. Hoera!

Ik ben er laat in gevallen, daarnet eigenlijk, en ik ben helemaal niet zeker dat ik al alle parameters ken, maar ik voelde mezelf wel meteen in een positie glijden en dus (if nothing else) dient deze blog als milde zelfreflectie.

*shrug*

Eerlijk waar, dat was eigenlijk mijn eerste reflex.  Ik gebruik al een tijdje de plugin van rapportive zonder veel schroom.  Het voorziet binnenkomende e-mails (op basis van afzender adres) met wat geoogst kan worden uit social-media-api's.  Niets privacy issue wat mij betreft: de betrokken email draagt spontaan het adres van de verzender.  Die kan niet veel anders dan dat stuk informatie met mij delen als zij of hij met me in dialoog wilt.
Alle extra data die de plugin voor mij opsnort op het web (naam, smoelwerk, de laatste tweet, ...)  is gewoon publiek beschikbaar. De tool zorgt enkel voor samenbrengen en handige verpakking.

Ik had dus slechts snel en vluchtig naar diene detect.email eens gekeken en al bijna vergeten.

Tot de "we stoppen er even mee" tweet.  Eerst van mijn stoel vallen, dan ogen opentrekken en verder nakijken: Dergelijke tool kun je toch bezwaarlijk een gevaar voor de privacy noemen?

privé is privé

Versta me niet verkeerd: privacy als principe is absoluut. Niet iets waarover we met zijn allen een eigen mening en keuze kunnen maken.

Niet ter discussie: iedereen heeft het recht om zelf te controleren in hoeverre gegevens van haar of hem verspreid worden met welke andere personen of partijen.  Dus, ja, er is een persoonlijke keuze te maken: Hoe ver ga je zelf in vrijgave of bescherming.  Maar dat iedereen zelf die keuze moet kunnen maken staat niet ter discussie.  Niemand kan zijn eigen visie op "privé genoeg" tot norm voor iedereen anders opleggen. Of erger: het in hun plaats doen.


Maar goed.
Praktisch werkt communicatie van achter een sluier van anonimiteit niet (het wekt weinig vertrouwen). Dus komen we meestal vanzelf tot een natuurlijke balans. Bewust dat interacties minstens de vrijgave van een retour-adres onderstellen.  Een kwestie van gepast vertrouwen.


goed fatsoen

En laat ons eerlijk zijn: een kwestie van goed fatsoen.

Ik zal wat ouderwets zijn, maar een slogan als "nooit meer bedelen om een e-mail adres" is dan ook op zijn liefst gezegd "ongelukkig gekozen".  Het gaat in deze wereld nog altijd om menselijk contact. Dat je dat eerst probeert te bereiken (al bedelend zo het moet) voor je mijn mailbox vult met alle soorten ongein vind ik nog steeds gepast.  

Vandaar ook mede mijn oorspronkelijke *shrug*: De detect.email service zal aan mij geen spontane klant hebben. En wie hun service nodig heeft om in mijn aandachtsruimte te geraken wens ik bijzonder veel succes toe :)


de andere bril

Mijn hoofdstelling blijft wel dat we een tool die handig verpakt en samenbrengt wat her en der te vinden is, niet kunnen aanvallen op het (elders) beschikbaar zijn van die data.

Neem dit gedachten-experiment:

Wat als detect.email een prachtig nieuw project was geweest van een of andere Nationale CyberBurgerWacht, zó opgezet dat ze de hacker-truken-van-de-foor blootleggen én gebruiken om te tonen hoe ontzettend makkelijk het is om tegenwoordig zowat ieders digitale doopceel te lichten? Een volksverheffend project om iedereen aandachtig te maken omtrent de grenzen van zijn eigen privacy!

Als je tegen dit project plots geen privacy issues meer opwerpt heb je helaas ergens een juridische denkfout gemaakt.

Dat vrouwe justitia blind is gaat namelijk niet enkel over een neutrale houding, ongeacht publieke/zichtbare kenmerken van de betrokkenen. Veel belangrijker is dat de wijze dame ook nooit in iemands hoofd kan kijken: het hele juridisch systeem kan alleen rekening houden met gestelde daden en acties, niet met de (vermeende) intenties of de beweegredenen. 

Kortweg: als de hypotethische CyberWatch zoiets mag, dan Salesflare ook.

lettertekens, nummers en andere symbolen (over mij)

Blijft de vraag of de gestelde daden effectief een aanslag zijn op de privacy of niet.

Ik ben geen expert in de huidige wetgeving, maar wat mij betreft zijn we dat in "these modern times" met zijn allen niet.  We zijn IMHO nog heel hard op zoek naar hoe we met dit soort vragen en kwesties moeten omgaan.

Wat natuurlijk niet wil zeggen dat er nu geen geldende wetten zijn die best gevolgd worden. Laat de expert in kwestie me dus maar op de vingers tikken wat betreft de huidige toestand van de wet.
Maar in dit verhaal boeit me dat veel minder dan wat ze zou moeten zijn :) 

Ik wordt dus even heel filosofisch sceptisch als ik deze uitlaat lees

Persoonsgegevens. Iemand vertelt me straks ongetwijfeld wat de strikt duidelijke juridisch technische definitie is.  Maar wanneer worden gegevens eigenlijk persoonsgegevens?

Naar mijn aanvoelen lijkt me dat pas als je weet:
  1.  op welke persoon ze betrekking hebben
  2.  op welke manier
Kijk. Er hangt een nummer aan een huis, en een naambordje op het eind van de straat.  Het adres is een samenstelling van lettertekens. Als je de moeite doet om langs te komen dan kun je kennis nemen van het feit dat dat adres bestaat: er staat een huis.  Publiek verzamelbare data toch?  Wanneer wordt dat "mijn adres/mijn huis"?  Wanneer heb ik er terecht moeite mee dat iemand daarmee aan de slag gaat?

Ik heb ook een telefoonnummer dat at random zomaar kan gebeld worden.  Uit beleefdheid (zo ben ik het geleerd) neem ik zelfs op met spontane vermelding van mijn naam. Maar als het masker van de televerkoper afvalt dan is 10" later het gesprek afgelopen. Wat was er dan onwettig?  Ook al vond ik het gebeuren zelf eerder onfatsoenlijk :)

In deze wereld is mijn persoon sowieso ergens een digitale avatar die bestaat uit aan elkaar gekoppelde gegevens waaruit iemand zich mij als persoon kan gaan voorstellen.  Wanneer is dat daadwerkelijk schadelijk?  Wanneer is dat beeld dicht genoeg "mij"?  

Wat mij betreft moeten we daarop niet wachten denk ik. Teruggrijpend naar het recht om mijn eigen privacy-grenzen te trekken moet duidelijk zijn dat ik zelf moet kunnen controleren wie wat van me weet en bijhoudt.  Én dat de default daarin moet zijn: 
  1. niet meer en niet langer dan nodig is voor de door beide partijen aangezochte interactie te onderhouden.
  2. en dat derden daar absoluut geen uitstaans mee hebben.
Maar een email-adres op zichzelf.  Tja, dat lijkt mij een resem symbolen die toevalligerwijs tot mijn mailbox leiden.  

Anders gesteld: ik ben niet mijn mailadres.


email-identity

Helaas is het wel zo dat meer en meer de toegang tot mijn mailbox de basis is voor ontzettend veel digitale identiteit.  De grote vier g+/li/tw/fb hebben allemaal een authenticatie systeem dat essentieel gekoppeld is aan je email-adres.  Via hun social-media-api's worden ook best wel wat gegevens gelekt naar externe partijen. Met mijn goedkeuring.

Het virale spel dat ze spelen: "we doen er met z'n allen in mee omdat we er met z'n allen in meedoen" doet ons een oogje dichtknijpen als we de vele "xyz vraagt toegang tot je abc" schermpjes met een schouderophalend eenvoudig klikje OK-en-weg doen.

Teruggrijpend naar mijn eerder CyberBurgerWacht-idee: we verdienen met z'n allen wel wat opvoeding op dit punt.


rook

Enter into the discussion dit fijn stukje onderzoekswerk van Frank van Openminds. Te verwachten uit die hoek is bedachtzame kwaliteit, dus at readers discretion: "met aandacht te lezen".  Wees gerust: die aandacht wordt beloond!

Miljaar. Ja. Hm. Goh.

Frank heeft niet alleen fijn en helder werk geleverd, hij heeft ook (grotendeels) gelijk.

Er is zeker rook als je ziet hoe dat ding in zijn werk gaat. Dit is meer dan wat ik zelf vermoedde. Meer dan zomaar de social-media-api's gebruiken om wat slimme publieke data te capteren en samen te brengen.

Dit is vooral ook:
  • slim social behaviour engineering: de gangbare email-patronen uitproberen
  • technische hackerij: adressen uitproberen tov de mail-delivery-api (SMTP)

Maar laat ons toch eerlijk zijn: het HELO-domein, het persoonlijke adres van, en zelfs het blacklisted ip adres van de server: dat zijn eigenlijk allemaal technisch oplosbare dingesen, die men slim en makkelijk anders had kunnen (en vermoedelijk ook zullen) aanpakken.  Startups vluchtend vooruit met een beta waar hier en daar de verf nog van nat is. Ze bedanken je vast voor de tips. Dáár gaat het niet echt om, toch?

Nee, voor mij is het echte kernpunt dat iemand een mail-delivery api misbruikt om eigenlijk een directory-search te implementeren.

Je kunt wat mij betreft in deze nog net de sluwheid ervan appreciëren, maar technisch-fatsoenlijk is het toch niet echt: daarvoor dienen die dingen niet.  Er bestaan wel degelijk API's voor directory services. Dat die weinig gangbaar publiek geplaatst worden om (bedrijfs-)adressen doorzoekbaar te maken is geen reden om het op deze manier te gaan doen.


maar vuur?

Helaas blijf ik wel twijfelen of we op dit punt dan wel van een misdrijf kunnen spreken. (elks eigen fatsoenlijkheidsnormen respecterend) 

Techniek is wat het is, en het is niet omdat het niet zo bedoeld is, dat het - nu het plots blijkt te kunnen - ook niet mag.

Maar evengoed: ook de jonge ingenieurs van een startup moeten weten dat we met enige (technische) beroepseer wel veel beter (efficiënter/ecologischer) moeten kunnen dan zo achter de schermen onder mekaars duiven te gaan liggen schieten, toch?

Enerzijds voelt een detect.email zich door de afwezigheid van de directory-service voor email-adressen genoodzaakt om het dan maar zo te doen. Ze worden daarin vast gesterkt doordat iedereen toch dezelfde email-patronen (voornaam.achternaam@) hanteert: want dat is niet het gedrag van iemand die angstvallig die adressen probeert privé en niet-detecteerbaar te houden?

Anderzijds leven we nu al in een spam-overflow tijd waarin ieders mail-server al genoeg ongehoorde belasting te verwerken krijgt.  Dus nee, die willen we niet ook nog moeten gaan over-dimensioneren voor dit soort test-al-deze-mogelijke-adres-combinatie-spelletjes.

Dus liever een open discussie over het deftig zoekbaar en publiek maken van email-adressen, zeker in een B2B-bedrijfscontext, maar waarom niet in een controleerbare privé-context ook?  
Voor zij die het zich herinneren: Dus iets zoals een mens die vroeger kon beslissen om wel of niet met zijn naam en adres in de witte telefoonboek te gaan staan?

Misschien moeten we het gewoon rustig daarover hebben, en dat op de juiste manier bouwen? 


fud en open-zealotism

Laat ik na zoveel nuance en zalving dan alleen nog afsluiten met een poging om iedereen effectief tegen de haren in te strijken.

Hoe indrukwekkend en leerrijk ik het technisch onderzoek van openminds vind, zo onzorgvuldig opiniërend vind ik de creatie van de fud-sfeer verderop in de blog.  De relatie met spamming duidelijk leggen, het gevaar dat adressen kunnen/worden misbruikt ïnsinueren... Hm.

Ik zie die verbanden ook, en niets mis mee om ze onder de aandacht te brengen van lezers die ze misschien niet spontaan leggen.  Maar adressen vinden is echt niet hetzelfde als ze effectief onterecht gebruiken. En het helpt als je de dingen die je duidelijk wel ziet en aantoont eerlijk blijft scheiden van wat je niet zeker weet en niet hebt aangetoond. Diezelfde lezers (die de verbanden al niet hadden gezien) kunnen net ook je extra duidelijkheid op dat punt gebruiken.

Anderzijds is het natuurlijk aan Salesflare om duidelijkheid te scheppen naar de consument wat ze verder met de gevonden adressen doen of niet doen.  Helemaal goed: ook die doelgroep er mild op wijzen wat zij er 'maar' mee mogen doen?  Wie tegenwerpt dat de service zichzelf dan al teveel in vraag stelt, geeft gewoon toe aan mijn *shrug* :)

Wat de salesflare-strategie is achter de "nu snel de stekker er uit" om wat olie op de golven te gooien kan ik moeilijk inschatten.  Maar de manier waarop (die headline vooral !) vind ik ronduit hilarisch. Ik slaag er niet in de link met open data te zien, tenzij als een poging om steun te oogsten bij de open-data-community voor iets wat me in essentie een privé-bedrijf-issue lijkt.

Dit nu een spin geven als detect.email zijnde oorspronkelijk en wezenlijk louter en alleen begaan met ons aller open-data noden? Nee, dat maak je bij mij alleen hard als je je hacker truuks in een open paper beschrijft (co authoring met de Frank!), de detectie-code ook open op github hebt staan, alle (niet privacy gevoelige) bedrijfsgegevens rucksichtlos op het web zwiert, en oja: een LDAP server opzet waar we publiek en technisch efficiënt al jullie email-adressen kunnen vinden ;)

Tenslotte omtrent de hoop van Frank op een kritischer houding bij heel wat (betrokken) partijen in het landschap enkel deze blije zucht: "en ik die dacht de enige overblijvende naïeve kloot te zijn" :)

maandag 16 november 2015

Een wandeling rond gedachten over geweldadigheid en pacifisme


Op 13 november 2015 worden in Parijs onschuldige burgers doelwit van acht terroristen.

De feiten zijn schokkend. De beleving van de slachtoffers komt via de sociale media tot bij ons. Tastbaar, ongefilterd. Het is slikken en hoofdschudden. Veel gevoel, geen goed gevoel. Fysiek bijna.

De daden worden opgeëist door een geweldadige organisatie die al ettelijke maanden de publieke opinie beheerst, vooral door zijn activiteiten in het midden Oosten, niet in het minst in Syrië.  Vanuit Syrië bereiken trouwens in de weken ervoor steeds grotere aantallen vluchtelingen onze streken. Onschuldige burgers ook, op zoek naar een andere stek om hun leven te hervatten.

Ziedaar de cocktail.  Bijna. Er is nog één vreemd sluimerend onbestemd ingrediënt: de in 2015 gangbare reactie in publieke opinie, media en politiek. De tijdsgeest.

Ik wil bewust even het gevoel overstijgen. Het koppeke laten werken. Bedenken, overdenken. Verwacht je daarbij aan weinig tot niets origineel, gewoon een vaak dan nog oppervlakkige visitatie van wat echte denkers. Om vanuit hun gedachtenstroom een eigen brei te koken.

Ik vertrek hierbij van de overtuiging dat de vluchtelingen net zo min planmatig kiezen voor hun huidige situatie als die Parijzenaars die eergisteren vertrokken voor een avondje uit.  De planmatige keuzes lijken me enkel en alleen te liggen bij geweldplegers.  De pacifist in mij staat op: de vluchtelingen, de aanslagen,...zonder geweld in de wereld konden we ons toeleggen op een pak boeiender problemen.

Dus ja: de aanslagen gebruiken om de europese-grenzen- discussie op te rakelen is politieke-recyclage, en wie eraan meedoet weet dat ook. De Franse ambassadeur in de US zou je mogelijks een gier noemen.

Mij gaat het dus even alleen over geweld en contra-geweld. Geweld dat er steeds in slaagt niet zelf als oorzaak van meer geweld te worden gezien en dus vreemd buiten schot blijft.

Hoe pakken we het aan? En route!

Baruch Spinoza

Oude vriend Spinoza brengt me bij zijn "sub specie aeternatitatis". Wat betekent dit alles in het licht van de eeuwigheid? Verdenk me nu vooral niet van een apathie voor de slachtoffers, een ongepast postmodern wegrelativeren van de verschrikking, een druppel op de hete plaat van duizenden jaren wereldgeschiedenis, of erger nog miljoenen jaren evolutie. Zo lees ik die term niet.

Wel in tegendeel.  Mij doet het me afvragen wat in pakweg 2115 de tijdsgeest-reflex is. Wat moet je aan een scholier over honderd jaar in de geschiedenisles aan extra duiding meegeven? Licht smalend mogelijks, met een "tja, zo dacht men toen nu eenmaal".

Ik vraag me dus gewoon af of we in een eeuw tijd de verontwaardiging van vandaag zullen weten om te zetten in iets positiefs.  Dat hoeft trouwens niet hoogdravend een "betere samenleving" bevolkt door de "ideale maakbare mensen" te zijn . Als tegen dan de statistieken gewoon tonen dat dit soort aanslagen zich minder voordoet - ook zonder dat we goed begrijpen waarom - lijkt me dat "Plan geslaagd".

Het logische gevolg lijkt me dan inderdaad dat je straks met een klasje scholieren voor je zit die in een nieuw normaal leven waarin je echt moet uitleggen "hoe dat toch kon".

En eeuwigheid is zalig recursief: Dus rond de interpretatie van die statistieken zal ongetwijfeld een nuttige blijvende dicsussie bestaan. Dat ze in 2115 dus beter niet op de lauweren gaan zitten, maar zich afvragen wat er in 2215 over gedacht wordt. (Honderd jaar is tegen dan ook mogelijks te kort. De termijn moet minstens een breed "na ons" gevoel opwerpen; wanneer alle huidige betrokken partijen van het toneel zijn verdwenen. Zoals bij de kapper op het bordje "Spreek niet te veel over jezelf, dat doen wij wel als je weg bent.")

Bertrand Russel

Voor mij is het dan een logische reflex om ook de omgekeerde beweging te maken. Tijdens de wereldbrand van honderd jaar geleden schrijft Bertrand Russel inzichtelijk over "de ethiek van oorlog".

Als Spinoza mijn oude vriend is, dan is Russel in mijn hoofd altijd een beetje de guitige rebel. De dwarse andersdenker die heerlijk alles en iedereen onderuit haalt.  Zijn theepot schenkt klare wijn over theologisch ontolgische discussies, zijn gedogen van buitenechtellijke sexualiteit haalt nog wat meer heilige huisjes omver, zijn eigen school-experiment lijkt erop bedoeld alleen maar meer dergelijke schoffies te produceren...  Ondertussen wel stiff upper lip en monkellachje achter de pijp.
En zoals het de kwajongen betaamt is dat ook allemaal heerlijk zonder zichzelf te sparen: zijn rechtlijnig pacifisme doet hem in de gevangenis belanden; en zijn zalige paradox haalt zelfs grotendeels de doelstellingen van zijn eigen levenswerk onderuit.

Wat blijft 100 jaar na datum over van zijn inzichten over de rechtvaardiging van oorlog? De term "war" gebruikt Russel trouwens ook voor interpersoonlijk gedrag, een opening om zijn inzichten toe te passen op meer dan louter nationaal geörchestreerde vormen van geweldadig gedrag.

De koloniale geest van zijn tijd lekt voor mij alvast schokkend door als hij erin slaagt de koloniale oorlogen te justifiëren.  De wreedheden die de landroof en invasie van de nieuwe overheerser moeten mogelijk maken weegt hij makkelijk af tegen de voordelen in algehele vooruitgang voor de mensheid.  "Survival of the fittest" was toen duidelijk nog een onverdacht argument, ook in morele kwesties. De nazi's moesten de grenzen van het sociaal Darwinisme nog duidelijk maken. Zijn afweging durf ik toch ook te koppelen aan zijn eigen adelijke afkomst en de klassieke erfschuld van die kaste aan de koloniale historiek van "The Crown".

Honderd jaar later kijken we met meer gemengde gevoelens hoe die balans zichzelf nog altijd aan het bijstellen is - volgens mij richting het ongelijk van Bertrand.  The aftermath zoals dat heet. Een onvoorziene long-tail van "balast" waar die algehele vooruitgang nog steeds een jaarlijks deficiet op boekt: de correcte verdeling van die gewaardeerde vooruitgang is nog verre van rond.

Of Russel zelf die balans 100 jaar later nog een tweede blik gunt is niet duidelijk.  Het feit dat hij de balans introduceert is vooral zijn verdienste.  Russel is rationeel en realistisch in zijn pacifisme, niet blind of dogmatisch zoals [sic] "Christ or Tolstoy".  Hij ontkent dus niet, ook niet in een ideale toekomst, het noodzakelijk kwaad van oorlogen, maar durft de inhoudelijke discussie aan om te gaan afwegen welke vormen ervan wel of niet, meer of minder aan ethische regels voldoen.

"To summarise the summary of the summary: people are a problem." klinkt het in The Hitchhikers Guide to the Galaxy van Douglas Adams.

  • Een nuchtere vaststelling over de aard van het beest om van te vertrekken.  Check. 
  • De balans van Russel om de keuze voor of tegen geweldadig gedrag aan af te wegen.  Check.

Rest nog veel werk aan de winkel. Om tegen op te zien?

Karl Popper

De falsificatie-insteek van Karl Popper is genoegzaam bekend als lakmoesproef voor de correcte manier van wetenschap bedrijven.  Minder gekend is dat hij in zijn "Over de open samenleving en zijn vijanden" de idee recycleert om ook op correcte manier "van maatschapijtje te spelen".  Zijn "social enigineering" term spreekt de hacker in mij aan natuurlijk.  En zijn hang naar "evolution-not-revolution" is iets wat vanzelf appeleert aan mijn gematigd karakter.

Er is altijd reden om te hopen, het kan vast nog beter, maar het hoeft allemaal niet meteen en drastisch: er zijn gewoon wat slimme hacks en mechanismen om het slagschip "mensheid" zachtjes bij te sturen richting beter vaarwater.

Popper erkent ook de paradox van zijn roep om tollerantie en stelt meteen zelf de grenzen ervan: "om overeind te blijven als basishouding mogen we nooit intollerantie tollereren."

Ook het realistisch denken over geweldadig gedrag kent dergelijke paradox.  We kunnen de weegschaal extreem gevoelig gaan afstellen en dus bijna geen geweldadig gedrag tollereren.  Maar minstens die ene deur moet je openhouden: geweld om erger te voorkomen moet je kunnen toelaten.

De paradox werkt als het goed is wel als olie op de golven: niet langer opzwepend in de geweldspiraal waar vergelding op retributie elkaar opstapelen naar erger en meer, maar net vooraf afremmen: er is geen enkele noodzaak tot geweldadig gedrag als je niet kunt aantonen dat de tegenpartij zelf de mogelijkheid en of plannen heeft om zelf tot geweldpleging over te gaan.
Doe je het toch, is een veroordeling van je gedrag de enige conclusie: een gepaste straf volgt, jouw gedrag dient bijgestuurd.

Sam Harris

Van Sam Harris' boekjes en wat gesnuffelde lezingen her en der onthoud ik een afzweren van het retributie-denken in het bestraffen van geweldpleging.  De fijne herinnering aan de helderheid die dat plots in mijn hoofd bracht.

Het voorbeeld van de wilde beer doet het dan altijd bij mij:  gesteld dat die zich plots brullend en klauwen zwaaiend in ons gezelschap vertoont... en de overlevers van het incident hebben de beer levend kunnen vangen.  In dergelijk scenario slagen we er relatief snel in tot duidelijke daden en analyses over te gaan: de beer moet opgesloten, de mensen moeten tegen de beer worden beschermd.

Kous af. Niemand vraagt zich af of de beer een moeilijke jeugd had, economisch is achtergesteld of een foute vorm van een wel of niet geslaagde ideologie aanhangt.  De beer gedroeg zich beers. We hebben dus mogelijks wel oog voor zijn erfelijke belasting maar nemen dat de beer of iemand anders verder niet kwalijk. Het zal ook geen aanleiding geven tot strafvermindering (we sluiten hem minder lang op).  Erkenning van de aard van het beest kan, en de bescherming voor de samenleving is verder de enige leidraad in de zoektocht naar de beste oplossing voor iedereen. De beer wordt geen schuldvraag toegedicht, en in de straf zullen geen verzwarende elementen zitten voor het aantal slachtoffers dat hij gemaakt heeft.

Schuldvragen en rekening-vereffende straffen is iets wat we voorbehouden voor onze medemens: de eigenaar/bewaker van de beer kan dus maar beter op zijn tellen passen.

Vandaar dus mijn tweet vrijdagavond al. Een profeet maakt me dat niet, want onze immer tribale reacties maken het zo voorspelbaar. Het voorbeeld van goed bedoelende Jan dan maar die zijn kuisploeg gaat inzetten. Binnen no-time heeft dat artikel blijkbaar meer dan 600k facebook likes behaald. Electoraal potentieel ongetwijfeld. Toegegeven: de commentaren-sectie (aka de onderbuik van Vlaanderen) is verrassend netjes - ik was beetje bang om op de link te klikken.  Jammer van mijn cynische reactie dan: "Is iemand bij hln overuren aan het kloppen om het ergste gespui eruit te filteren?" 

Dat Molenbeek wat "hygiënische" aandacht kan gebruiken stond blijkbaar al eerder in de krant, dus dat het er nu effectief van komt klinkt dan niet als onbezonnen vroeg.  Nee, de timing nu moet ons precies om een andere reden achterdochtig maken: als die ingegeven is door een retributie-denken dan maken we net dezelfde fout als wat we de terorristen in Parijs verwijten.

Politici worden ook al te snel onder druk gezet om snel met woord, plan en actie voor de dag te komen, dus dat je dan vanuit de heup met het beschikbare kruit schiet is zeer te begrijpen.  Maar voor we er nu effectief invliegen moet wel duidelijk zijn wie wat waarom te vrezen heeft. Wie zijn de beren in Molenbeek? Hoe ga je ze herkennen, en wat ga je er dan mee doen?

Op gedachtengoed of ideologie kun je in een open samenleving niet filteren: denken of beweren dat ik een beer ben is niet genoeg.  Zelfs nu en dan eens brullen om meer honing moet kunnen. Wat wel: aangetoond geweldadig gedrag, duidelijke links met bewezen daders.

Ik geef wel toe dat ik wel soms nog worstel met slimme Sam.  Zijn anti-islam uitspraken zijn te slim geformuleerd om hem als islamofoob te bestempelen, maar soms vraag ik me af of hij het niet nog slimmer kan aanpakken: zijn al zijn uitspraken ook allemaal nodig, en om welk hoger doel te bereiken?  Maar goed, al te hoogdravend moeten we daarin niet zijn. Het is altijd fijn slimme redeneringen te volgen en mogelijks zit daar wel eens wat scoren-om-het-scoren bij.  In "good sportmanship" blijft pdw dan de te quoten man (geparafraseerd) "Ik beoefen graag mijn recht op vrije meningsuiting net op zo'n manier dat jij ook alle kansen krijgt te genieten van je recht op gekwetste gevoelens."

Voor de pacifist hoeft er dan niets aan de hand te zijn als iedereen genoeg 'sang froid' aan de dag legt om geweld er buiten te houden. 

Ongetwijfeld zijn er mensen die elk pacifisme als ongepast naïef beschrijven.  Voor mezelf geeft het realistisch uitgangspunt het toch voldoende glans. Naïeveling wordt dan een geuzenwoord, een symbool van een overwogen keuze, eentje die wars van de schimpscheuten een lovenswaardige hardnekkigheid verondersteld.


Ik blijf overigens overtuigd dat de heersende newspeak rond "extremisme" en radicalisering niets meer doet dan een misleidende term opperen die ervoor zorgt dat we niet verder nadenken over de kern van de zaak.  Ik pleit hierbij om geweld zelf als te bestrijden kwaad te zien, ook en vooral bij onszelf.

donderdag 8 januari 2015

Extreem Radicaal Pro Principieel Fundamenteel

Om stil van te worden. Maar net dan gaat er natuurlijk veel over gezegd worden.

Mij overvalt vooral wat me recent is gaan opvallen en sindsdien meer en meer stoort in de berichtgeving en algemene publieke opinie in dit soort (helaas niet alleenstaande) gevallen:

De schuldige vinger gaat meteen naar "Extremisme".

Wie is daar eigenlijk mee begonnen?   Het negatief beladen van dit woord "extreem" en zijn ondertussen medeplichtige: radicaal, fundamenteel, principieel, ...
Als je ze vandaag nog wilt gebruiken in een positieve context moet je het expliciet van die extra duidelijkheid voorzien.  De neutraliteit is weg, laat staan de waardering die ik zelf zou durven opbrengen voor dat meegedragen beetje inzet:

We willen toch net die koppige volharding van de Die Hard acteur? De kranten staan bol van wat ver genoeg van het normale afwijkt om onze aandacht waard te zijn. We verheerlijken (terecht) de sporter die tot het uiterste gaat. De wetenschap verlegt grenzen door te proberen de randgevallen en duistere afwijkingen van de geldende theorieën te gaan verduidelijken. De extremofiele levensvormen leveren dat beetje peper in de gene-pool om het leven hier op de lange termijn onderhoudend te houden....

Nee, in mijn hoofd is niet de hardnekkigheid, maar de foute richting waarin die wordt gehandhaafd problematisch.

Extremisme afwijzen is net de duidelijkheid en confrontatie van de zwart-wit stelling wegvlakken.  A priori kiezen voor mainstream.  Tevreden met de grijze alledaagsheid. De vruchten van de moeizame consensus mislopen omdat iedereen vooraf al gewoon hetzelfde weldenkende idee moest hebben?

Dus nee, ik ga er even niet in mee. Extremisme is niet het probleem, onverdraagzaamheid wel.

In het volle besef van de (genoegzaam bekende) inherente paradoxen van het concept "mekaar verdragen":

  • Omdat tolerantie als woord maar betekenis krijgt als het ook echt een beetje pijn doet, als je wel even over je walging, weerzin en verontwaardiging heen moet komen.
  • En dat intolerantie helaas wel het enige blijft wat een tolerante samenleving echt niet kan dulden.

Doe mij maar wat meer je best, dan. Op dagen als deze wens ik ons als soort gewoon nog meer Extreme Verdraagzaamheid, Radicale Vrijdenkerij, Fundamentele Geweldloosheid en Principiële Onzekerheid.

« Je hais vos idées mais je me battrais jusqu’au bout pour que vous puissiez les exprimer. » -- Voltaire

zondag 21 september 2014

Kadrering. De jungle van de wet. Wat kunnen we leren. Taalgebruik. Big Data en distributie. Netwerken en regels. @demorgen

Tenenkrullend.  Dit, in mijn weekend-gazet.



(beter leesbaar op: http://www.demorgen.be/dm/nl/996/Economie/article/detail/2056797/2014/09/20/Bedrijven-als-Uber-en-Airbnb-overwoekeren-alle-duurzame-bedoelingen.dhtml)

Maar ook mooi gezegd, dat moet ik meteen toegeven: de man heeft een pen en een scherpe bondigheid die ik nooit kan evenaren, dus op dat punt geef ik best vooraf al gewonnen.  Gelukkig is er enige overmoed in het spel: de journalist die zich ietwat onvoorbereid in het domein van de techniek begeeft, daar heb ik vast een streepje voor. En oja, ik ben ook hoogdravend op dit soort momenten, dat is me al meermaals verteld. Het is de aard, en een beetje sorry, maar anderzijds: Dit is dan ook mijn blog, en niet uw krant :)

Maar goed: Wie voortleest zal dus zelf moeite moeten doen om zich een weg te vinden in mijn veelheid van opmerkingen en chaotische gedachten op dit, euh (goed geprobeerd) "essay"

Trouwens ook ere wie ere toekomt: DeFlik zat er met één - twee tweets wél boets op! (ik heb wat meer lettertjes nodig om het therapeutisch van me af te schrijven.)

Kadrering. 

Ik heb het ook maar van horen zeggen. Maar er schijnt iets te bestaan als "framing".

De weeromstuit van de redenering achter framing vertelt me dat het concept zelf me net blind maakt voor die elementen die me zouden kunnen overtuigen om mijn eigen positie te verlaten - al ben ik persoonlijk dol op het heerlijk neurale knetteren van wegbrandende cognitieve dissonanties bij mezelf.  In alle geval moeten we rekening houden met feit dat alleen ik dit vind ...

Maar volgens mij valt het objectief na te tellen in de verhouding der gebruikte inktatomen: de bladspiegel, tekening, uitgelichte quotes, .... versus die paar kleine lettertjes tussenin die al zouden neigen naar zelfkritiek of nuance...  verdrinkend in de overlopende emmer van vooringenomen conclusie en stemmingmakerij.

Goed gedaan vanuit communicatie-standpunt, maar niet met mij. 
Maar getroost: Ik ga het alvast niet natellen - ik ben vooringenomen.

De jungle van de wet. 

Laten we de boel eens omdraaien: Die "catchy (framed) title" klinkt dan plots als "De jungle van de wet."  Misschien moet de wetgever ook wel durven de hand in eigen boezem steken?   

Ondanks het raamwerk van regel op regel om regel op regel in stand te houden blijken we nog steeds in een wereld te leven waar een (sterke laatste kolom trouwens, balancerend op het vlaams-katholieke schuldgevoel) "Moreel dilemma" bestaat.  Waar er mensen aan de zelfkant van de maatschappij leven, bij ons en elders, en daarbij nauwelijks het gevoel krijgen dat ze gesteund worden door die wetten.

Wetten die, ik geef toe, ook niet altijd nageleefd worden. Dus we moeten het niet altijd op de wetgever steken: die doet ook maar zijn best.

Soms dus alleen vreselijk veel te hard, en soms met een te behouden reflex om vooral te bewijzen dat de vorige wetten en regels goed waren en vooral overeind moeten blijven.  Terwijl in een nieuwe context gewoon moet durven gesteld worden dat het nog beter kan; dat het met de vorige regels meteen beter had gemoeten ook. (Techneutenwijsheid zegt trouwens dat onze juristen beter Kurt Gödel zouden lezen en begrijpen dan Franz Kafka.)

En dan wil ik vooral niet meedoen met het klassieke unizo-voka-blauw-geel ondernemerig oplijsten van de Kafkaiaanse waslijst aan nutteloze regeltjes waar zij mee geconfronteerd worden. Maar ook daar vallen vast morele dillema's af te wegen? 

Wat als de regeltjes het ondernemen niet vermakkelijken én niet de sociale perfecte wereld weten te realizeren? Wat als de regulatie effectief van die aard is dat mensen die het initiatief nemen om zelf uit hun goot te kruipen dat slechts kunnen door selectief die regels te kennen waar ze echt aan moeten voldoen: hard werken aan/voor tevreden klanten?

Wat kunnen we leren. 

Wat dan? Wat mij betreft, dan vooral niet de revolutie van de enige uitwegen die het artikel weet aan te brengen "schaf de oude regels af" en "meteen de belastingen ook maar".

Het zo zwart-wit stellen was allicht het enige waar in het artikel nog plaats en inkt voor was door al het mooie kleur in het centrum?

Zelf ben ik dan teveel mee met de evolutie-gedachte in het maatschappelijk denken en social engineering van Karl Popper. Kunnen we niet gewoon op zoek gaan naar wat er mooi, nuttig en zinvol is? Wat kunnen we leren van hoe - geholpen door de techniek van wat slimme ondernemers - mensen in deze nieuwe deeleconomie toch blijkbaar een weg vinden die hen beter afgaat, nuttiger blijkt, meer doet overhouden, gelukkiger maakt, of toch dat minstens allemaal doet denken?

Vóór iemand me verkeerd begrijpt: ik pleit niet voor minder regels en minder overheid, maar wel voor slimmere regels, en een efficiënter overheid. En wie wat doet (privaat of publiek) maakt mij dan minder uit dan dat het goed gedaan wordt. 

Maar ook: wie het effectief doet, tja, daar valt in mijn idee dan naar te luisteren en te kijken: van die valt wat te leren?

Anders gesteld: ik begrijp ook wel dat er zelden en-en opties zijn, en dat je keuzes moet maken. Maar of je nu toeristen-belasting heft, of eerder kiest om hoge roaming-tarrieven aan te houden (maar dan niet je incumbent operator privatiseert natuurlijk) maakt mij niet uit :) Euh, daar zat een streepje ironie, niet het eerste ben ik bang.

De vraag is dus niet wat doen Uber en AirBnb allemaal verkeerd, de vraag is: wat doen ze verdorie goed, hoe werkt het, hoe spreekt het aan, en ook "Waarom hebben wij dat goddoeme (publiek of privaat) niet zelf gedaan?"

Maar goed, nu we het blijkbaar niet hebben gedaan is het makkelijker om te volharden in de intellectuele luiheid: niet kijken wat je zelf kunt verbeteren, maar wat de anderen fout doen: helemaal goed bezig.

Dan hadden jullie collega's het een tijdje geleden iets beter door?

In het geval van AirBnb kan ik trouwens meteen melden dat wie het kanaal gebruikt om zijn eigen logement aan het internet-publiek bekend te maken er gerust mag in zijn dat hun experts "jouw page" van alle toeters en bellen zal voorzien zodat die hoog scoort: makkelijk terug te vinden is én tot de nodige spontane conversie zal leiden.  Dat ze dat bijvoorbeeld beter doen dan de lokale webbouwer of (hoestje) de lokale toeristische overheid mag er misschien oorzaak in zijn dat zoveel van de reguliere logie-uitbaters ook dat kanaal gebruiken?

Voor wie wat anti-framing kan gebruiken: bij het herlezen van de paragraaf omtrent de "shaduw-hoteliers" kun je alvast vaststellen dat zeker 50% van het AirBnb-aanbod dus uit spelers bestaan die WEL netjes gereglementeerd zijn? Daarmee is je moraal dillema toch alweer een pak minder mag ik hopen?

Taalgebruik.  (interludium - sla maar over)

Om verder te bewijzen dat ik zonder meer voor slimme regels ben: Eén vestigingsregel zou ik evenwel toch zeer graag en dringend willen opgenomen zien: 

Ik stel voor dat wie bigdata nog denkt te moeten aanhalen in artikel of marketingslogan dat enkel nog kan doen bij voorleggen van een certificaat waaruit blijkt dat hij een zookeeper-cluster heeft opgezet, de Paxos paper van Lamport kan uitleggen, en de eerste resultaten van een succesvolle map-reduce zoekopdracht kan voorleggen.  (ik heb helaas al presentaties over het onderwerp mogen meemaken van goedbedoelden die ... ah wat)

Kom, ik doe niet lastig, het CAP-theorema-indachtig ben ik al content met twee van de drie :)

Ik liet me tweetgewijs ooit eens ontvallen "Wat als krantenartikels die niet over mijn domein gaan even slordig gemaakt zouden zijn als deze die dat wel doen..." (maar dan in 140)
Daaraan denkend hadden we met dit werkje de spreekwoordelijke "four seasons in one day" :)

Anderzijds wil ik toch wel mild en pragmatisch zijn in deze: de IT sector heeft zelf al zodanig met de term gegoocheld dat we niet verbaasd mogen zijn dat die met behoorlijk wat scheefgetrokken interpretaties aankomt in het land van het brede publiek.  Daar stoort het nu eenmaal minder de term verkeerd te gebruiken: als het maar een beetje oplijnt met zoals het in de gazet staat.

De hele foute geheimzinnigdoenerij over algoritmes in het artikel vallen me dan lastiger. Maar dat is de wiskundige romanticus in mezelf die opspeelt. Om het bloot te zeggen: een algoritme is alvast geen bigdata-geheim (of was dat bedoeld grappig?). En als het al een geheim zou zijn, dan lijkt het me in het geval van Uber iets dat - we hebben ook universiteiten met slimme mensen - met wat moeite en onderzoek door wat slim combineerwerk van literatuur en geestesverruimende middelen gewoon redelijk snel op te stellen is. Komaan, doe wat moeite zeg.

Het is met die CocaCola-formule trouwens niet zó anders denk ik dan, maar ik wil niet uistluiten dat de mythe errond (dank U media voor de instandhouding) mee het succes helpt maken, en mogelijke concurrenten a priori alle goesting ontneemt, hen sussend in hun veilige intellectuele luiheid.

Big Data en distributie. 

Voor wie na het interludium verderleest: je hebt niets gemist én ik stel je vast gerust: ik ga hier niemand om de oren slaan met wat BigData dan wel is. (Al vind ik natuurlijk wel dat iedereen het zou moeten weten. Zoek het zelf op.)

Maar goed de (gelukkig!) verkeerd-gebruikte term haakt in deze wel écht (toevallig) aan met waar er volgens mij bij de baarlijke duivels van Uber en AirBnb te leren valt. Niet de grootdoenerij omtrent hippe termen, maar de verborgen kracht achter de schermen: distributie, de kracht van het netwerk.

Het artikel viseert de deel-economie en trekt de lijn door naar anti-regel-libertarische lobbies. Als er een rechtstreeks lijn zou zijn, dan zal de hele zonnepanelen-saga (we delen onze geproduceerde energie?) die (dacht ik toch) wel netjes bleef en blijft tussen de regels lopen ongetwijfeld de spreekwoordelijke uitzondering zijn?  (Jammer eigenlijk, wat nieuwe anti-monopolie regels in de energie sector zijn precies ook nog niet uit het populaire debat?)

Wrong target denk ik dus.  Niet de deel-economie, maar grote zus "netwerk-economie" is waar het echt om draait.  Deze "It takes a network to defeat a network" is waar we lessen van moeten trekken.  Uber en AirBnb tonen wat dat betreft nog maar het begin. Meedraaien, niet alleen economisch maar zeker ook sociaal, juridisch (wetgevend, handhavend en straffend) volgens een gedistribueerd en genetwerkt plan, dat is de echt uitdaging als je het mij vraagt.

We zitten nu nog steeds in een maatschappelijk plan (hierarchisch en natie-georienteerd) dat grofweg door Napoleon is uitgetekend.  Als we uit de historiek een les mogen trekken dan moet het niet verbazen als het volgende plan (ik gok op een gedistribueerd un-plan eigenlijk) wordt uitgetekend door een netwerk van niet-naties. Het zouden Google, Facebook, LinkedIn, ... met wat Uber en AirBnb kunnen zijn, ...

Netwerken en regels.

Laissez-faire dan maar en hopen dat alles vanzelf goed komt? Wachten op de zalvingen van Adam Smith's onzichtbare hand?

Ik dacht het niet, want het botst wat met mijn aanval op eenieders intellectuele luiheid zeker?

Geloof me, ik kan best ook bang zijn van "wat als" - er zitten best wat gevaren hier en daar, waar we (ook geschiedenis!) niet altijd nu al volledig zicht op hebben.

Om maar eentje te noemen: ik ben als de dood van de nakende onmondigheid van onze media: die publiceert nog steeds (datadriven!) goed bekkende en titel-vullende cijfers zonder de Bayesiaanse reflex, dus over datajournalism gaan we nog niet beginnen dromen. Maar straks zijn er mogelijks belangrijke en publieke-opinie bepalende claims die enkel nog kunnen genuanceerd, geduid of tegengesproken worden als je evenveel (hersens en) rekenkracht ter beschikking hebt als de opponent die de bewering maakt?  Hebben we dan in Europa (om en nabij het CERN hebben ze straffe dingen gedaan) bijvoorbeeld genoeg in huis daarvoor? Aan machinerie? Die publiek toegankelijk is?  Voor onafhankelijk en bekwaam personeel? En werken ze bij of voor uw krant? Nieuwsredactie van uw keuze?

Dus ja: graag ogen open voor wat er fout loopt, maar dus zeker ook voor wat er beter kan. Dan stelen met de ogen en ook echt beter doen.

En dat grote un-plan voor die licht chaotische maar netjes zichzelf-regelende on-nationale netwerk-maatschappij, dat heb ik echt niet in de kast liggen, dus vraag me niet hoe het moet. De weg ernaartoe lijkt me alvast niet te bestaan uit weigeren kijken naar wie voortoont hoe de deel-voordelen van netwerken kunnen ge-exploiteerd worden.

Ja, het zouden Google, Facebook, LinkedIn, ... met wat Uber en AirBnb kunnen zijn, maar het zou zoveel fijner zijn als we het bewust en met z'n allen doen, goed doen, of toch zeker beter.

Voor wie niet intrinsiek gelooft dat het "wel echt beter kan" was alles hierboven alvast niet bedoeld.

dinsdag 29 april 2014

zwemmen, lezen én programmeren in het basisonderwijs

Coderdojo speelt vals”, toch zeker als je dat met het onderwijs wilt vergelijken:

We streven ernaar om 1 begeleider per 3-5 kinderen aan te bieden, ongetwijfeld een droom-verhouding voor het onderwijs.  En dus oogst men snel reacties: “Dat kun je toch niet vergelijken, laat staan verwachten… “  (... en meteen het hele vat van excuses, mitsen en maren.)

Maar is het onderwijs wel helemaal eerlijk?  Die verhoudingen krijgen ze zelf namelijk ook op de been. Wanneer noodzaak of gevaar duidelijk is, rukt men met een klein leger begeleiders uit naar het zwembad, of bedelt men voldoende leesmoeders samen.
Jaja, dát lukt nog maar net, maar voor ICT hebben we experts te kort!  Tja, er wordt aan gewerkt, maar laat het ondertussen geen excuus zijn.

de meester weet het ook niet, en dat is ok!
De overblijvende denkfout is dat men onze juffen en meesters unaniem de rol van de “Weters dezer Wereld” wil aanpraten.  En ondertussen didactisch talent en kunnen verwart met haar/zijn aantoonbare (encyclopedische) kennis op zo veel mogelijk domeinen.

Is het haalbaar onze verwachting en hun rol om te buigen naar “Gidsende Ontdekkers”? Ongetwijfeld in hogere graden en beroepsopleidingen aangevuld met voldoende “Delende Experts”.

Zoals ik het laatst nog las in dit boeiende “Teaching Sucks, what we need is good Learning” : het gaat allang niet meer om “vis uitdelen”, zelfs niet meer over “leren vissen”, maar over “aanmoedigen en ondersteunen om slim op alternatieve manieren in een steeds wijzigende context het voedselprobleem aan te pakken”   

Een droomboekje voor wie op zoek moet naar de uitdaging én voldoening in die veranderende rol gaat over “De meeuw en de kat(!) die haar leerde vliegen” (helaas enkel in het engels vertaald).  Ongetwijfeld lezen de leesmama, en de extra badmeester graag met je mee.

Het principe zien we ook in actie bij de CoderDojo’s.  Ouders worden heel vaak na een tijdje zelf coach, en kinderen helpen en coachen mekaar.  “Just add water” bijna: de katalisatie van een open sfeer en een slimme begeleidende netwerker die de juiste mensen in contact brengt en hen met aandacht naar elkaar laat luisteren.

dinsdag 15 april 2014

schermtijd (@klasse_be) is geen schermtijd (@coderdojobe)


Ouders zijn terecht bezorgd om de hoeveelheid "schermtijd" van hun kinderen, en zoeken een balans met andere nuttige activiteiten, zoals nu met dat weer: buitenspelen verdorie!



Klasse.be leverde een tijd geleden het schermtijdplan als hulpje.
Ik heb er een inhoudelijk probleem mee.


Geen principieel probleem zoals hier en daar in de commentaren:  Mensen (ouders en kinderen samen) die met zo’n plan vat krijgen op de nuttige tijdsbesteding doen er zeker hun voordeel mee.  Wat me stoort is dat inhoudelijk alle schermtijd op een hoopje wordt gegooid. Helemaal als dat hoopje dan quasi vanzelf in de “niet goed”-zone wordt ondergebracht.


Alle schermtijd bestempelen als “slecht” is ongeveer even zinvol als straatvandalisme goedpraten met het inzicht dat “ze toch aan het buitenspelen waren?”


Inhoudelijk "creatief" (=makend) met digitale media omgaan lijkt me minstens zo nuttig als braaf knutselen, kampje maken, verstoppertje spelen of leren éénwieleren.


Het onderscheid tussen passief en actief scherm-gebruik moet dringend gemaakt, en ouders moeten eerder dáárin actief begeleid of geholpen worden.


Bij CoderDojo begeleiden we kinderen als producenten van digitaal gerief, geen consumenten, en dat is een wereld van verschil.  Bij elke sessie houden we op het eind een klein toonmoment, hét moment waarop de trotse ouder zichzelf het verschil aanleert.  

Kom gerust ook eens af.

zondag 6 april 2014

Computational Thinking - Probeer dat nu eens uit te leggen. (@CoderDojoBe)

Vandaag op onze lokale CoderDojo geconfronteerd geweest met een verbluffend staaltje “computational thinking”.  Dé slecht begrepen term die (nu zelfs tot in de media) als kernbegrip wordt gebruikt in de argumentatie om “leren programmeren onderdeel te maken van het basisonderwijs”.


Verbluffend omdat dit vlotjes uit de mouw van een tienjarige kwam gerold, terwijl ik vrees dat het heersende beeld omtrent “informatica in het onderwijs” nauwelijks garandeert dat 50% van onze bachelors ICT dit niveau van elegantie halen (in 3 uur)

(oja en tot hier zo ongeveer, trouwens)

Op één van onze uitdaging-kaartjes staat eenvoudigweg “bouw het spelletje blad-steen-schaar”

Dé uitdaging, zo ontdekt men meestal maar tegen het eind, is om op een automatische manier de score te gaan bepalen.

Als je zover geraakt bent, dan ram je met enige moeite “de alle gevallen”  beslissing in elkaar:

A speelt
B speelt
Wie Wint?
Blad
Blad
Niemand
Blad
Steen
A
Blad
Schaar
B
Steen
Blad
B
Steen
Steen
Niemand
Steen
Schaar
A
Schaar
Blad
A
Schaar
Steen
B
Schaar
Schaar
Niemand

Om voor elk spelletje door deze hele tabel te lopen wordt dat snel “een gedoe”.
Temeer daar er eigenlijk maar drie mogelijke uitkomsten zijn, en geen negen!

Blad wint van steen wint van schaar wint van blad wint van…. is het mantra en dat patroon kun je in een veel eleganter mentaal beeld duwen. (groene blad, blauwige stenen, rode schaar)

niemand wint
bovenste wint
onderste wint


Of zelfs cyclisch voorstellen:
niemand wint
binnenste wint
buitenste wint

Een kind dat spontaan cijfers is gaan gebruiken om de mogelijke keuzes (blad=1, steen=2, schaar=3) voor te stellen, komt dan ook snel tot volgende tabel:

A speelt
B speelt
A code
B code
verschil
[modulo3]
wie wint
Blad
Blad
1
1
0
0
= Niemand
Blad
Steen
1
2
-1
2
= A
Blad
Schaar
1
3
-2
1
= B
Steen
Blad
2
1
1
1
B
Steen
Steen
2
2
0
0
Niemand
Steen
Schaar
2
3
-1
2
A
Schaar
Blad
3
1
2
2
A
Schaar
Steen
3
2
1
1
B
Schaar
Schaar
3
3
0
0
Niemand

Een kind (dat vanzelf met 80% van dit denken aan komt zetten) niet vertellen dat iets als modulo rekenen bestaat… Haar niet geruststellen met de wetenschap dat (alhoewel haar moeder haar niet steeds begrijpt) dit denken ook een haalbare conclusie heeft… dat lijkt me dan onnodig wreed :)

Terechte trots en het gevoel iets zelf te hebben gemaakt straalt dan hieruit:


Dat is dus leren programmeren.  En wie hierbij nog denkt “Jeetje is het dat wat ze onze kinderen willen aandoen?” mag gerust zijn: “Dit is wat zij ons aandoen”.

Helaas hebben diezelfde mensen in dit artikel reeds afgehaakt ter hoogte van de  “oja en tot hier zo ongeveer” (ook al hebben ze, ondanks de framing toch open-minded, misschien doorgelezen)


Informaticalessen vandaag overstijgen met moeite het niveau van bureautica.  Toegegeven, dát lijkt me niet iets wat we tot in de lagere school moeten duwen.
Leren programmeren gaat over denkpatronen introduceren, over het opkrikken van het oplossingsvermogen, de uitbreiding van de hersens-gereedschapskist.  Dat mapt perfect op jonge, ontvankelijke en elastische hersentjes die ons nog wel vaker gaan doen versteld staan.

Als ze het niet vergeten zijn tegen dat het hun beurt is, gaan zij de zaak wel veranderen zeker?