Posts tonen met het label coderdojo. Alle posts tonen
Posts tonen met het label coderdojo. Alle posts tonen

zondag 20 mei 2018

over ingenieurs en meisjes: to stem or not to stem

Mannen én vrouwen zijn en masse nodig in de #stem richtingen, dat hoor je overal.

Hoe "mee eens" ik het op onbewaakte momenten daarmee soms ben, ik ben evengoed de platgetreden paden naar de vooropgesteld oplossing toe een beetje beu. (geeuwt)
Kunnen we misschien eens iets anders proberen?

En dus was het tijd om mijn mening op dit punt - met louter boerenverstand recht uit de West-Vlaamse klei getrokken en totaal gespeend van enige wetenschappelijke onderbouw - zomaar vanachter een klavier op uw scherm te mikken.

Niet allemaal even nieuw trouwens: Veel van wat hier komt had je al uit eerdere blogs van me kunnen oppikken:

🙖🙖🙖

Een probleem. Of is het?

Ik geloof het echt ook.

Hoe meer we met zijn allen in een wereld leven waar data en de manipulatie ervan een bepalende rol spelen om inzicht, kennis en daaruit volgend zinvolle keuzes en beleid af te leiden; hoe meer het voor een democratisch evenwicht in die wereld zinvol is dat we met zoveel mogelijk blijven snappen wat er eigenlijk aan de hand is.  Die hele handel van computationeel denken is gewoon echt iets wat we met zijn allen kunnen kennen en moeten leren begrijpen, minstens om zij die het ten volle doen te kunnen blijven controleren.

Bij de scenario 's van de AI doemdenkers die vrezen voor de tijd van de Grote Boze "Computer says no" denk ik gewoon altijd aan de droomquote van Alice Walker “The most common way people give up their power is by thinking they don't have any.”

En over de wanverhouding aan de vertegenwoordiging van de seksen in dit domein kan ik heel kort zijn: die is bangelijk scheef, en dus fout.  Maar daar zijn de technische richtingen niet alleen in. Veel ingenieurs(mannen)bastions ontbreken rond de ontwerptafel keihard de inzichten, meningen, gevoeligheden van 50% van de bevolking. En dat zie je vaak aan de resultaten.  Net zo kan ik me inbeelden dat in veel onderbeMANde (dat klinkt helaas dubbelzinniger, maar minder gekunsteld dan overbeVROUWde) sectoren een vleugje extra testosteron misschien ook wel wonderen kan doen?

Wil ik dan net de stereotypes bevestigen?  De verschillen (van groepen) in de verf zetten?  Neen jong, enkel de individuele talenten wil ik in de spotlights.  Maar dus ook de nodeloze drempels die de stereotypes net daartegen opwerpen: die moeten we durven onder de loupe nemen, en in het volle zonlicht dan genadeloos wegbranden.

Dus kijk Hidden Figures met een overlopend goed gevoel helemaal uit, en bijt in het vervolg je tong af als je denkt nog eens te moeten beweren dat een bepaalde groep mensen niet deugt voor x,y of z.

🙖🙖🙖

Nieuwe strategie

Maar goed.  We moeten dus meer ingenieurs maken?
Niet noodzakelijk.

Eerst en vooral, vergelijk het even met de muziekschool: niet iedereen die daarnaar toe gaat wordt later professioneel muzikant, of laat staan de nieuwe Mozart. Dat kan dus ook even ongedwongen met technische geletterdheid zoals dat aangebracht wordt bij bv. CoderDojo.  Wat dan ook kan afgekeken worden: de natuurlijke combinatie van én muziekscholen én een aanbod muzische opvoeding in basisonderwijs en secundair voor iedereen. Ook voor STEM.

De herverspreiding van nuttige bassiskennis loopt trouwens soms zeer ongedwongen: er was een tijd dat "dactylo" een expertise was die een eigen job verdiende; de zalen ooit gevuld met dit soort mensen (meestal unaniem vrouwen) zijn heringericht tot kantoorlandschappen waar elke kenniswerker gewoon een klavier onder de vingers heeft. Dat die over 50 jaar ook allemaal hun deeltje computationeel denkwerk doen lijkt me even vanzelfsprekend.

Ten tweede ben ik bijzonder kritisch over de promotiecampagnes rond "studierichtingen waar mensen voor warm moeten gemaakt worden".  Dat is al zo vaak geprobeerd dat het hardnekkig blijven geloven in die strategie op zwakzinnigheid begint te lijken. Of toch minstens op een schrijnende armoede aan andere ideeën.  Als ik heel fatalistisch denk dan zie ik het zo: de gene-pool is door een half miljoen jaar evolutie ingesleten en daar zit nu eenmaal maar zoveel procent te ontdekken ingenieursmateriaal in.  Wie denkt dat hij tegen dat half miljoen jaar op kan met een promotie campagne die over 5 jaar zoveel meer afgestudeerden moet opleveren, die heeft minstens een probleem met schaalverhoudingen.

Tenslotte ben ik wel zo naïef om een alternatief aan te bieden.  De groepen die nu roepen om meer ingenieurs zijn heel vaak de werkgevers ervan, en die doen dat al te vaak met een door de vrije markt ingegeven focus op competitie en op te bouwen intellectueel eigendom.  Ze maken de beleidsmakers gek om ervoor te zorgen dat het aanbod aan intellectueel kapitaal daarvoor niet gaat opdrogen.  Hun goed recht natuurlijk.  Maar misschien moeten we wat in ruil durven vragen? 

Kijk, als we echt overtuigd zijn dat we ingenieurs te kort hebben, dan moeten we misschien ook even durven overwegen hoeveel meer we zouden kunnen bereiken mochten we er in slagen alle ingenieurs die we hebben te laten samenwerken? En dat dan meteen voor de volgende generaties techneuten en het potentieel daaraan dat uit die bewuste gene-pool te oogsten valt.

🙖🙖🙖

Gewoon doen.

En dan komen we vanzelf weer bij de meisjes, en waarom zij blijven de weg missen naar deze richtingen.  Die bewuste genen zitten (er zijn echt genoeg voorbeelden te bedenken) met grote waarschijnlijkheid niet mysterieus verborgen op het Y chromosoom. Ik kan dus zonder meer én beweren dat de intrinsieke 'tiens hoe zit dat ineen' reflex zeker bij voldoende meisjes aanwezig is, én staande houden dat we evengoed in onze omgeving iets verkeerd doen wat net hen buiten houdt; hen doet afzien van wat er leuk is om die reflex gewoon te ontplooien; om met techniek dingen te gaan maken; om slecht gemaakte dingen te gaan veranderen.

Hoopvol: misschien worden dit soort vakken, studies en beroepen vanzelf voor hen ook een stuk boeiender als het meer gekoppeld wordt aan samenwerken, aan het oplossen van echte problemen voor echte mensen, en minder aan het éénsporige, eigenzinnige "l' art pour l'art" wat nu meer oplijnt met het competitie-straatje van die andere subsoort: "Hebde mij gezien?"

Geen idee. Ik help het hopen, maar ik zou het echt niet weten.

Maar wat ik wel durf te stellen: laat ons vooral gewoon doen, en dus meteen ophouden met de misplaatste positieve discriminatie.  En dan bedoel ik voor de duidelijkheid "van de mannen".
Dat rijmt met hoe ik de werking van positieve discriminatie heb leren bekijken sinds de podcast-aflevering "White affirmative Action" van de fantastische reeks "Seeing White" over de achterstelling van zwarten in de US.

Dit jaar, op reis in Nieuw Zeeland ben ik zotjes gaan meedoen met een open water zwemwedstrijd van 5k in Lake Taupo. Tegen dan had ik al vaker de no nonsense pariteit van hun samenleving mogen smaken.  Toch was het detail weer meteen opvallend: een ruim deelnemersveld van fifty-fifty mannen en vrouwen.  Vergelijkend: bij ons is 15% gangbaar. Snelle berekening: onder mijn concurrenten in NZ waren dus vermoedelijk 70% dames die gedurende hun leven niet hebben moeten leren conformeren aan het overbodige "Laat dat maar, dat is niet voor meisjes".


Nog één anekdote om het af te sluiten, mijn favorietje na 5 jaar coaching bij Coderdojo.  Die keer toen die moeder na een aantal sessies haar geluk niet meer kon wegsteken en stralend kwam verklaren hoe blij ze was dat ze ons ontdekt had, hoe haar kind helemaal opleefde. En dan vooral: hoe onbereikbaar haar dat een jaar eerder had geleken, want nergens anders leek dat kind "te passen", nergens uit de voeten te kunnen. Dat kind was namelijk helaas "niet zo bijster sociaal".  Yep. Het normale stereotiepe beeld van de contactgestoorde ingenieur.  Gekoppeld aan de blijkbaar zinvolle definitie van "sociaal" als "schreeuwend-naar-elkaar-behoorlijk-functioneren-op-een-voetbalveld". We hebben haar die keer nog blijer naar huis gestuurd door haar ongelijk te geven: "Mevrouw, je kind heeft vandaag 5 andere kinderen in de groep spontaan geholpen met hun eigen projectjes. Kinderen die hij voordien nog nooit had gezien.  Dat van dat "sociaal" daar zou ik me geen zorgen meer om maken."


Tja, onze normen en waarden. En hoe we die opwaarderen naar de te bereiken stereotiepe middelmaat. Geef mij maar de nuttige, grappige afwijkingen erop.


«The problems don't care who solves them.»  Bill Nye, the science guy. 

dinsdag 29 april 2014

zwemmen, lezen én programmeren in het basisonderwijs

Coderdojo speelt vals”, toch zeker als je dat met het onderwijs wilt vergelijken:

We streven ernaar om 1 begeleider per 3-5 kinderen aan te bieden, ongetwijfeld een droom-verhouding voor het onderwijs.  En dus oogst men snel reacties: “Dat kun je toch niet vergelijken, laat staan verwachten… “  (... en meteen het hele vat van excuses, mitsen en maren.)

Maar is het onderwijs wel helemaal eerlijk?  Die verhoudingen krijgen ze zelf namelijk ook op de been. Wanneer noodzaak of gevaar duidelijk is, rukt men met een klein leger begeleiders uit naar het zwembad, of bedelt men voldoende leesmoeders samen.
Jaja, dát lukt nog maar net, maar voor ICT hebben we experts te kort!  Tja, er wordt aan gewerkt, maar laat het ondertussen geen excuus zijn.

de meester weet het ook niet, en dat is ok!
De overblijvende denkfout is dat men onze juffen en meesters unaniem de rol van de “Weters dezer Wereld” wil aanpraten.  En ondertussen didactisch talent en kunnen verwart met haar/zijn aantoonbare (encyclopedische) kennis op zo veel mogelijk domeinen.

Is het haalbaar onze verwachting en hun rol om te buigen naar “Gidsende Ontdekkers”? Ongetwijfeld in hogere graden en beroepsopleidingen aangevuld met voldoende “Delende Experts”.

Zoals ik het laatst nog las in dit boeiende “Teaching Sucks, what we need is good Learning” : het gaat allang niet meer om “vis uitdelen”, zelfs niet meer over “leren vissen”, maar over “aanmoedigen en ondersteunen om slim op alternatieve manieren in een steeds wijzigende context het voedselprobleem aan te pakken”   

Een droomboekje voor wie op zoek moet naar de uitdaging én voldoening in die veranderende rol gaat over “De meeuw en de kat(!) die haar leerde vliegen” (helaas enkel in het engels vertaald).  Ongetwijfeld lezen de leesmama, en de extra badmeester graag met je mee.

Het principe zien we ook in actie bij de CoderDojo’s.  Ouders worden heel vaak na een tijdje zelf coach, en kinderen helpen en coachen mekaar.  “Just add water” bijna: de katalisatie van een open sfeer en een slimme begeleidende netwerker die de juiste mensen in contact brengt en hen met aandacht naar elkaar laat luisteren.

dinsdag 15 april 2014

schermtijd (@klasse_be) is geen schermtijd (@coderdojobe)


Ouders zijn terecht bezorgd om de hoeveelheid "schermtijd" van hun kinderen, en zoeken een balans met andere nuttige activiteiten, zoals nu met dat weer: buitenspelen verdorie!



Klasse.be leverde een tijd geleden het schermtijdplan als hulpje.
Ik heb er een inhoudelijk probleem mee.


Geen principieel probleem zoals hier en daar in de commentaren:  Mensen (ouders en kinderen samen) die met zo’n plan vat krijgen op de nuttige tijdsbesteding doen er zeker hun voordeel mee.  Wat me stoort is dat inhoudelijk alle schermtijd op een hoopje wordt gegooid. Helemaal als dat hoopje dan quasi vanzelf in de “niet goed”-zone wordt ondergebracht.


Alle schermtijd bestempelen als “slecht” is ongeveer even zinvol als straatvandalisme goedpraten met het inzicht dat “ze toch aan het buitenspelen waren?”


Inhoudelijk "creatief" (=makend) met digitale media omgaan lijkt me minstens zo nuttig als braaf knutselen, kampje maken, verstoppertje spelen of leren éénwieleren.


Het onderscheid tussen passief en actief scherm-gebruik moet dringend gemaakt, en ouders moeten eerder dáárin actief begeleid of geholpen worden.


Bij CoderDojo begeleiden we kinderen als producenten van digitaal gerief, geen consumenten, en dat is een wereld van verschil.  Bij elke sessie houden we op het eind een klein toonmoment, hét moment waarop de trotse ouder zichzelf het verschil aanleert.  

Kom gerust ook eens af.

zondag 6 april 2014

Computational Thinking - Probeer dat nu eens uit te leggen. (@CoderDojoBe)

Vandaag op onze lokale CoderDojo geconfronteerd geweest met een verbluffend staaltje “computational thinking”.  Dé slecht begrepen term die (nu zelfs tot in de media) als kernbegrip wordt gebruikt in de argumentatie om “leren programmeren onderdeel te maken van het basisonderwijs”.


Verbluffend omdat dit vlotjes uit de mouw van een tienjarige kwam gerold, terwijl ik vrees dat het heersende beeld omtrent “informatica in het onderwijs” nauwelijks garandeert dat 50% van onze bachelors ICT dit niveau van elegantie halen (in 3 uur)

(oja en tot hier zo ongeveer, trouwens)

Op één van onze uitdaging-kaartjes staat eenvoudigweg “bouw het spelletje blad-steen-schaar”

Dé uitdaging, zo ontdekt men meestal maar tegen het eind, is om op een automatische manier de score te gaan bepalen.

Als je zover geraakt bent, dan ram je met enige moeite “de alle gevallen”  beslissing in elkaar:

A speelt
B speelt
Wie Wint?
Blad
Blad
Niemand
Blad
Steen
A
Blad
Schaar
B
Steen
Blad
B
Steen
Steen
Niemand
Steen
Schaar
A
Schaar
Blad
A
Schaar
Steen
B
Schaar
Schaar
Niemand

Om voor elk spelletje door deze hele tabel te lopen wordt dat snel “een gedoe”.
Temeer daar er eigenlijk maar drie mogelijke uitkomsten zijn, en geen negen!

Blad wint van steen wint van schaar wint van blad wint van…. is het mantra en dat patroon kun je in een veel eleganter mentaal beeld duwen. (groene blad, blauwige stenen, rode schaar)

niemand wint
bovenste wint
onderste wint


Of zelfs cyclisch voorstellen:
niemand wint
binnenste wint
buitenste wint

Een kind dat spontaan cijfers is gaan gebruiken om de mogelijke keuzes (blad=1, steen=2, schaar=3) voor te stellen, komt dan ook snel tot volgende tabel:

A speelt
B speelt
A code
B code
verschil
[modulo3]
wie wint
Blad
Blad
1
1
0
0
= Niemand
Blad
Steen
1
2
-1
2
= A
Blad
Schaar
1
3
-2
1
= B
Steen
Blad
2
1
1
1
B
Steen
Steen
2
2
0
0
Niemand
Steen
Schaar
2
3
-1
2
A
Schaar
Blad
3
1
2
2
A
Schaar
Steen
3
2
1
1
B
Schaar
Schaar
3
3
0
0
Niemand

Een kind (dat vanzelf met 80% van dit denken aan komt zetten) niet vertellen dat iets als modulo rekenen bestaat… Haar niet geruststellen met de wetenschap dat (alhoewel haar moeder haar niet steeds begrijpt) dit denken ook een haalbare conclusie heeft… dat lijkt me dan onnodig wreed :)

Terechte trots en het gevoel iets zelf te hebben gemaakt straalt dan hieruit:


Dat is dus leren programmeren.  En wie hierbij nog denkt “Jeetje is het dat wat ze onze kinderen willen aandoen?” mag gerust zijn: “Dit is wat zij ons aandoen”.

Helaas hebben diezelfde mensen in dit artikel reeds afgehaakt ter hoogte van de  “oja en tot hier zo ongeveer” (ook al hebben ze, ondanks de framing toch open-minded, misschien doorgelezen)


Informaticalessen vandaag overstijgen met moeite het niveau van bureautica.  Toegegeven, dát lijkt me niet iets wat we tot in de lagere school moeten duwen.
Leren programmeren gaat over denkpatronen introduceren, over het opkrikken van het oplossingsvermogen, de uitbreiding van de hersens-gereedschapskist.  Dat mapt perfect op jonge, ontvankelijke en elastische hersentjes die ons nog wel vaker gaan doen versteld staan.

Als ze het niet vergeten zijn tegen dat het hun beurt is, gaan zij de zaak wel veranderen zeker?